Op 12 april was dan eindelijk de grote dag aangebroken! Ik trouwde met mijn grote liefde in het bijzijn van familie, vrienden en collega’s. Mijn beste vriendin was ceremoniemeester. Mijn hubby-to-be en ik staan bekend om onze regelkunsten. We zorgen er altijd voor dat we alles tot in de puntjes geregeld hebben. Tot de grote dag is aangebroken. De ceremoniemeester begint haar speech tijdens de ceremonie. En al snel wordt duidelijk dat mijn hubby-to-be en ik gewoon helemaal niets op papier hebben gezet voor haar. Geen planning, draaiboek, overzicht met foto’s, helemaal niets.
Nu kan ik me voorstellen dat jullie je afvragen, waarom zet je niks op papier voor de grote dag als je alles altijd zo goed geregeld wilt hebben? Nou, het antwoord is makkelijk. Doordat de ceremoniemeester mijn beste vriendin is, kent ze ons als geen ander. Ze voelt precies aan wat wij willen (en wat niet ). Door goed met elkaar te communiceren is vooraf alles duidelijk geworden. En natuurlijk heb ik, als controlfreak, het meeste voor de bruiloft zelf geregeld.
De juiste informatie op het juiste moment
Waarom vertel ik dit? Wat is de connectie tussen een ceremoniemeester en het vak dat ik mag uitoefenen: dat van woonconsulent? Die overeenkomst is groter dan je denkt. Waar ik me als woonconsulent in de beginfase bezig houd met het regelen, organiseren en communiceren van belangrijke informatie, bestond onze trouwkaart uit een aantal losse kaartjes met daarop alle informatie die de gasten nodig hadden voor onze bruiloft. Goede informatie vooraf is essentieel.
Daarnaast is het belangrijk dat ik als woonconsulent inzicht heb in de doelgroep en/of de sociale problematiek van een project. Vaak ontvang ik de sociale kaart van een woningcorporatie of stellen we die samen op. De sociale kaart is te vergelijken met de tafelschikking. Ook daarvoor is het belangrijk dat je zaken van te voren goed inzichtelijk hebt. Is het slim om ome Kees, die niet zo goed tegen drank kan, tijdens het diner naast Tante Coby te zetten, die van veel aandacht houdt?
Communicatie is alles
Als laatste de overeenkomst die het meeste van belang is; communicatie. Zoals wij als bruidspaar hebben gecommuniceerd richting de grote dag, wil ik als woonconsulent voorafgaand aan een project afspraken maken met bewoners, woningcorporatie en ons uitvoeringsteam. Communicatie is alles.
Een goede verstandhouding met de huurders resulteert tijdens renovaties regelmatig in een pan erwtensoep voor de bouwvakkers. Of in een volledig verzorgd ontbijt. Een prachtig dankjewel voor het harde werk dat onze vakmensen in hun woning hebben verzet. Het komt voor dat bewoners zich tijdens renovaties ontpoppen tot echte Ter Steege ambassadeurs. Elke ochtend voordat de werkzaamheden starten komen ze in de keet kijken en drinken dan een kop koffie met de bouwvakkers. Onlangs maakten een bewoner van een project elke dag foto’s maakte die hij op zijn eigen site plaatste. Een echte ambassadeur dus.
Een vrolijk gezicht spreekt voor zich
Het leukste aan mijn werk als woonconsulent? Een glimlach van een tevreden bewoner die voorafgaand aan de renovatie erg opzag tegen de werkzaamheden. Achteraf kreeg ik complimenten over de fijne communicatie met het uitvoeringsteam en met mij.
Dat we onze ceremoniemeester de hele dag niet of nauwelijks hebben opgemerkt betekent dat alles op rolletjes liep. Dit geldt ook voor een woonconsulent. Als het goed gaat vallen we nauwelijks op. Dat lukt alleen met een goede voorbereiding!
Borstbeeld Koning Willem III naar gemeente Hellendoorn
Dat Ter Steege Bouw Vastgoed het Cultureel Erfgoed een wam hart toedraagt is algemeen bekend. Een mooi voorbeeld daarvan vond 25 april plaats in Nijverdal.
Het fabriekscomplex van koninklijke Ten Cate aan de Grotestraat is eigendom van Ter Steege. Onderdeel daarvan is een mooi gevel plaquette met borstbeeld van koning Willem III. Dit beeld werd zo`n 150 jaar geleden geplaatst naar aanleiding van zijn bezoek aan de weverijen in Nijverdal.
Tot enkele jaren geleden stond dit unieke bronzen beeld op deze plek. Uit voorzorg voor diefstal is het borstbeeld toen weggehaald. Ter Steege en Ten Cate hebben besloten het origineel te schenken aan de gemeente Hellendoorn en op de plek aan de Grotestraat een replica te plaatsen. Gelijktijdig is de gevel gerenoveerd en schoongemaakt. Zo onderstrepen wij het historisch belang van deze plek, waar op termijn herontwikkelingen mogelijk zijn!
Brandweerman Martijn is werkvoorbereider bij Ter Steege
Regelmatig fietst Martijn Kloots vanuit Ter Steege Bouw Vastgoed Rijssen zo snel mogelijk naar de brandweerkazerne in Rijssen. Binnen drie minuten moet hij bij de kazerne zijn, zich omgekleed hebben en in de brandweerwagen zitten, om op tijd ter plaatse te zijn.
Martijn werkt als werkvoorbereider bij Ter Steege. Maar als hij tijdens werk opgepiept wordt, is hij bevelvoerder bij Brandweer Rijssen. ’s Avonds en in het weekend is hij bevelvoerder en manschap bij Brandweer Markelo.
Jongensdroom
“Ik ben op vroege leeftijd al besmet. Mijn vader zat bij de Brandweer en dat wilde ik ook! Wat dat betreft is het een echte jongensdroom.” Martijn sloot zich twaalf jaar geleden aan bij de Vrijwillige Brandweer in Markelo. “Ik woonde en werkte toen in Markelo bij Tempelman Bouw. Ik mocht daar weg tijdens werktijd als ik opgepiept werd. De tijd die ik weg was haalde ik later in, of snipperde ik. Toen Tempelman en Ter Steege Bouw Vastgoed Rijssen samengevoegd werden en ik in Rijssen ging werken, kon ik overdag niet meer op tijd bij de Brandweer in Markelo zijn.”
Waarom Martijn bij de Brandweer zit? Hij vertelt: “Best een lastige vraag. Bij elke oproep is de opdracht anders. Er komt altijd een stuk spanning en adrenaline bij kijken. Om opdrachten goed uit te kunnen voeren, moet je het hele team kunnen vertrouwen. Je maakt samen heftige dingen mee. Het hechte team is belangrijk en zeker een reden om me in te zetten voor de Brandweer.”
Bevelvoerder
In Markelo startte Martijn met een opleiding tot bevelvoerder. Niet zomaar wat. Naast elke week een oefenavond, tweemaal per jaar een trainingsdag en periodieke keuringen of je voldoende fit bent, is de opleiding tot bevelvoerder er één van drie jaar.
“Toen ik in Rijssen ging werken vroeg Brandweer Rijssen mij om tijdens kantooruren hun korps te versterken. Zij hadden te weinig bevelvoerders overdag. Doordeweeks kon ik daar dus goed terecht. Gelukkig kon ik met Ter Steege Bouw Vastgoed Rijssen dezelfde afspraak maken als die ik had bij Tempelman. Ook hier kan ik altijd weg!” vertelt Martijn. “Bij de Brandweer is nooit een dag hetzelfde. Veel mensen denken dat we bij de Brandweer alleen maar bezig zijn met het blussen van brandjes. Dat is niet het enige wat we doen. We worden ook opgeroepen bij stormschade, ongevallen in het verkeer en redden regelmatig een dier. Laatst stonden we met onze laarzen in de mest. Er zat een koe vast in de mestput, weer eens wat anders!
Natuurlijk is het soms enorm heftig. Een woningbrand vind ik heel ingrijpend. Een gezin raakt in korte tijd bijna alles kwijt. Ook een verkeersongeval is erg om mee te maken. 90% van alle oproepen is mooi om te doen. In die gevallen helpen we mensen en dieren in nood. Ik realiseer me wel dat ik ooit iets heel heftigs mee ga maken. Dat is mij gelukkig tot op heden bespaard gebleven.”
Papa bij de Brandweer
Thuis moet Martijns gezin zich ook wel eens schikken in zijn ‘hobby’. Eens in de maand heeft hij piketweekend. Dit betekent dat hij het hele weekend in Markelo moet blijven. Omdat zijn zoontjes Melle (7) en Morris (3) nog niet alleen thuis kunnen blijven, moet zijn partner Miranda ook het weekend thuis blijven. “Even naar het zwembad of een dagje naar de dierentuin zit er dan echt niet in. Gelukkig zijn ze erg begripvol, daar ben ik ze dankbaar voor!”
Martijns zoontjes Melle en Morris vinden een papa bij de Brandweer stoer. “Een paar jaar geleden vierden we Sinterklaas bij Ter Steege. Terwijl we aan het wachten waren op de Sint en zijn Pieten, werd er gebeld. Sinterklaas zat vast in de sloot met zijn auto. Of er niet toevallig iemand van de Brandweer aanwezig was. Melle riep toen trots: “Ja, mijn papa!” Ik heb de fiets uit de kelder gepakt en ben naar de kazerne gefietst. Zwarte Piet mocht achterop en Sinterklaas kwam in een brandweerbusje aan. Melle vond het fantastisch. Wie weet gaan Melle en Morris later ook bij de Brandweer!”
Meer weten over de Brandweer? Of zelf vrijwilliger worden? Kijk eens op hun website!
Eerste steenlegging 35 appartementen Oosteinde Hardenberg
Van links naar rechts: Peter Vollenbroek, Tamara Tikken en Douwe Prinsse.
In het bijzijn van de toekomstige bewoners, de Gemeente Hardenberg, en onze opdrachtgever Beter Wonen Vechtdal werd de eerste steen gelegd aan het Oosteinde. Het symbolische begin van de 35 huurappartementen in hartje Hardenberg werd daarmee gevierd.
De eerste steen is gelegd door de jongste toekomstig huurder van het appartementencomplex, Tamara Tikken. Tamara deed dit samen met wethouder Douwe Prinsse en Peter Vollenbroek, directeur van Ter Steege Bouw Vastgoed Hardenberg.
Ter Steege kocht deze locatie 3 jaar geleden aan. Samen met de Gemeente Hardenberg werd het vervallen en vervuilde terrein klaar gemaakt voor de bouw van appartementen. Er werd gesloopt, gesaneerd, en tijdens de bestemmingsplanprocedure werd in samenwerking met de Provincie Overijssel een tijdelijk park aangelegd. Dedem Architectuur uit Dedemsvaart is verantwoordelijk voor het prachtige ontwerp.
Beter Wonen Vechtdal besloot vorig jaar om het complex in zijn geheel te kopen en de 35 appartementen gereed te maken voor de huur. 180 woningzoekenden waren geïnteresseerdDe toekomstige bewoners kunnen begin 2019 hun appartement in gebruik nemen.
Na de officiële handeling werd er nog gezellig nagepraat met een borrel en een bitterbal in het tegenoverliggende café Den Herdenbergher.
Gertie Oongs 25 jaar bij Ter Steege
Afgelopen vrijdag, 6 april vierde Gertie Oongs zijn 25-jarig jubileum met zijn gezin, vrienden en collega’s in de Expo van het hoofdkantoor van Ter Steege Groep in Rijssen.
Op 5 april 1993 kwam Gertie Oongs als timmerman in dienst bij (toen nog) Aannemingsbedrijf Tempelman in Markelo. In 2011 werden Tempelman Bouw Markelo en Ter Steege Bouw Vastgoed Rijssen samengevoegd en gingen verder onder de naam Ter Steege Bouw Vastgoed Rijssen. Gertie heeft hier zijn werkzaamheden als timmerman voortgezet vanaf 28 maart 2011.
Als timmerman werkt Gertie vooral op nieuwbouwprojecten. Op dit moment werkt hij ‘Op de Bleek’ in Eibergen, waar door Ter Steege diverse types woningen gerealiseerd worden.
Naast de gebruikelijke felicitaties en speeches ontving Gertie namens zijn collega’s een cadeau aangeboden. De directie bood namens het bedrijf een horloge aan. Uiteraard werd ook zijn vrouw Simone gefeliciteerd en in de bloemetjes gezet.
Ter Steege gastheer van de Overijsselse Woonkeuken
Rijksmonument De Smidse als inspirator voor deelnemers
Vandaag was De Smidse in Nijverdal de ontmoetingsplek voor De Woonkeuken. Hierin werken zo`n 100 professionals vanuit verschillende disciplines samen aan de Overijsselse bouwopgave en de transformatie van leegstaand vastgoed.
Ter Steege Bouw Vastgoed trad als eigenaar van dit monumentale pand op als gastheer van deze bijeenkomst. De bezoekers werden geïnspireerd door inleidingen van gedeputeerde Van Haaf, professor Hospers en Trendbureau Overijssel.
De essentie van De Woonkeuken is ervaring delen en met lef experimenteren. Zo wordt ingespeeld op de grote veranderingen waar Overijssel voor staan, bijvoorbeeld op het gebied van energie, vergrijzing en klimaatverandering. De Overijsselse Woonkeuken zet in op circulair bouwen, adaptief plannen en inclusief organiseren
Ter Steege Bouw Vastgoed onderkent deze thema`s en denkt volop mee.
De Smidse is door Ter Steege in gebruik gegeven voor tijdelijke bijeenkomsten om zodoende de definitieve herbestemming van dit pand te vinden. Een perfect voorbeeld van adaptief plannen.
Indië is volop in beweging!
Met een feestelijke ceremonie is op 9 maart het startsein gegeven voor de bouw van 34 appartementen op ‘Indië’ in Almelo, waar voorheen Koninklijke Ten Cate was gevestigd.
Op het 23 hectare omvattende perceel zullen zo’n zeshonderd huizen komen. Het gebied is al zo’n anderhalve eeuw bekend onder de naam Indië. De naam dateert uit de tijd dat het in Almelo geproduceerde textiel geëxporteerd werd naar Indonesië om daar te laten batikken. Inspiratiebronnen voor de nieuwbouw zijn de historische fabrieksgebouwen, de monumentale eiken en de ligging van het gebied aan de kanalen.
Voor de starthandeling van de 34 zogenoemde ‘boulevardappartementen’ op Indië kwam wethouder Ten Seldam naar het bouwterrein. Ook alle kopers woonden de bijeenkomst bij. Na de toespraken van de wethouder en Hans ter Steege was de onthulling van het bouwbord met alle kopers het echte startmoment.
De appartementen worden begin volgend jaar opgeleverd. Het was temeer een heuglijke dag omdat precies drie jaar geleden de bouw van de eerste woningen op Indië startte en er nu 150 woningen staan.
De tweede fase breekt nu aan, namelijk westwaarts, waar de Rijssense Gebouwen Sloperij begint met de afbraak. De gebouwen die tegen de vlakte gaan zijn geen erfgoed, maar naderhand bijgebouwde kantoren en opslagruimtes. Gelijktijdig wordt met de aanleg van het eerste waterbekken tussen de Watertoren en het Stadslab gestart. Indië is volop in beweging!
Drie generaties Rolefes met elk hun eigen herinneringen
Een nieuwbouwwijk met een eeuwenoude geschiedenis; dat kom je niet elke dag tegen. En een wijk waar drie generaties groot zijn geworden of gaan worden; dat is heel bijzonder. Je vindt het in de Almelose wijk Indië. In de volksmond beter bekend als het terrein van Ten Cate. Voor de familie Rolefes een tweede thuis.
Opa Gerhard Rolefes werkte 46 jaar bij het textielbedrijf. Vader Erwin kwam in 1983 bij Ten Cate in dienst en werkt er nog steeds. Zoon Steven en zijn vriendin Lotte betrekken binnenkort hun eerste woning in Indië; het terrein waar zijn opa en vader jarenlang hebben gewerkt. “Erg bijzonder”, vindt zowel Steven als Lotte.
Een wandeling over het Ten Cate-terrein als kersttraditie
Opa Gerhard en vader Erwin zijn in hun nopjes met de keuze van Steven en Lotte. Voor hen heeft Indië nog altijd een bijzondere betekenis. Ieder jaar met kerst maken ze met de hele familie een wandeling over het Ten Cate-terrein. Hoogtepunt daarbij is een bezoek aan de weverij. Erwin beschikt over een sleutel en ze gaan dan ook altijd even binnenkijken. “Hoewel de weverij al heel lang niet meer in gebruik is, ruikt het nog steeds net als toen”, vertelt Erwin. “De geur van garen en ronkende machines; dat blijft je altijd bij en herken je meteen als je in de weverij binnenloopt.”
Terug naar vroeger: 72 ronkende machines en de geur van garen
De geur is niet het enige dat aan vroeger herinnert. “Ik kan nog precies aanwijzen waar mijn werkbank stond”, vertelt Gerhard. “En de staalspijkers die ik destijds in de pilaar naast mijn werkbank heb geslagen, zitten er nog steeds in. De grootte van de hal is, nu hij leeg is, nog indrukwekkender dan toen. Destijds stonden er 72 machines in die bediend werden door zes wevers; elke wever had dus 12 machines onder zijn hoede.”
Doorleren of werken
Het moment dat Gerhard bij Ten Cate kwam werken, weet hij zich nog goed te herinneren. “Ik mocht kiezen na de zevende klas: doorleren of werken. Die keuze was snel gemaakt, ik had namelijk een gloeiende hekel aan leren. Mijn broer Jan werkte al bij Ten Cate. Samen met een kameraad ben ik naar Ten Cate toe gegaan met de vraag of ze werk voor ons hadden. Ik was toen 14 jaar oud en werd direct de weverij in gestuurd. Mijn kameraad kwam in de spinnerij terecht. Ik weet nog goed dat hij er ’s middags altijd als een schaap uitzag. Hij zat helemaal onder de wol.”
Jaarlijkse sportdag
Wat hij zich ook nog goed kan herinneren, zijn de jaarlijkse sportdagen. “Er werd dan een soort zeskamp georganiseerd op het sportveld van Ten Cate. Blikkengooien was altijd een vast onderdeel. En ’s avonds werd het sportieve gedeelte afgesloten met een groot feest. Daar was altijd volop eten én bier. Ik weet nog goed dat we de dag na de sportdag op de brommer naar het werk reden. Een collega van mij reed pal tegen een paaltje aan.”
De heren van Ten Cate
Met de heren van Ten Cate, de directie van het bedrijf, werd niet gepraat. “Dat deed je niet als werknemer. Wel zag ik ze regelmatig. Ik zie ze nog lopen; door de lange gangen met een lange regenjas aan en de handen op de rug.”
Ieder halfjaar mochten de werknemers van Ten Cate een textielpakket uitzoeken. Gerhard: “Van mijn moeder moest ik altijd katoenen lakens meenemen. Die waren in de oorlog namelijk opgegaan.”
Heftrucks: nooit van gehoord
Het werk in die tijd was zwaar en gevaarlijk. “Tegenwoordig gebeurt er veel meer machinaal. Als we met een ander patroon gingen werken, dan moesten we dat patroon zelf maken. De houten pinnen op het patroon werden verplaatst om een ander figuur te maken. Dat deden we met de hand; met een hamer en spijkers.” Ook het verwisselen van de boomschijven (schijf aan het einde van de as) gebeurde met de hand. “Heftrucks kenden we in die tijd nog niet. “Bij een collega ging het een keer mis.”, vertelt Gerhard. “Hij kreeg de schijf op zijn teen, met als gevolg dat zijn teennagel rechtop stond. Hij is toen naar de huisarts gestuurd.”. Toen de huisarts het verband eraf haalde, zat de nagel onder de teen in plaats van er bovenop. De teen was veel te strak verbonden.”
Ouwehoeren tijdens de nachtdienst
Tussen het zware werk door werd er flink geouwehoerd. “Ik weet nog dat we met de nachtploeg een keer hebben geschoten met een tandwiel. Tot onze schrik kwam het rad boven in een boom terecht. De volgende dag werd ik erop aangesproken door mijn baas. ‘Dat wat er afgelopen nacht is gebeurd, is niet zo mooi’, zei hij. Er was 200 meter garen naar de bliksem. Ik heb net gedaan alsof ik van niets wist.”
3500 mensen in drie ploegen
Bij Ten Cate werd in ploegendiensten gewerkt. In die tijd werkten er in totaal 3.500 mensen verdeeld in drie ploegen. “Bij de wisseling van een ploegendienst wisselden 2.400 mensen elkaar af. De Kalverstraat zag op die momenten zwart van het volk en even later was er niemand meer te bekennen. Heel bijzonder om mee te maken.”
Je mocht pas ploegendiensten draaien als je 18 jaar oud was. “Ik weet nog goed dat mij op zaterdag werd verteld dat ik die maandag erop om 22.00 uur moest beginnen met mijn eerste ploegendienst. Ik gaf aan dat ik nog geen 18 jaar was. De reactie daarop was: ‘Nee, nu nog niet, maar morgen wel’. En dat klopte. Ik was de dag erop jarig. Dat hielden ze goed in de gaten.”
We geven nu het stokje over aan zoon Erwin. Zijn eerste herinnering aan Ten Cate? “Als kleine jongens haalden mijn broer en ik mijn vader na werktijd op als we op tijd terug waren van school en niet hoefden te voetballen. Dan fietsen of liepen we naar het Ten Cate-terrein. Later kon dat niet meer. Toen was er een portier en mochten we het terrein niet meer op.”
Op weg naar de toekomst
Erwin kwam in 1983 bij Ten Cate te werken. Niet iets wat hij van jongs af aan al wilde, maar het liep toevallig zo. “In de jaren ’80 was het slecht gesteld met de werkgelegenheid. Alle werknemers van Ten Cate deden 350 gulden in een potje om de werkgelegenheid te stimuleren. Maar wel met als voorwaarde dat eerst de kinderen van de medewerkers zelf mochten solliciteren.”
Modernere tijden bij Ten Cate
Erwin volgde een interne opleiding van 1,5 jaar. In die tijd werkte hij 32 uur per week en ging hij 8 uur naar school. “Ik heb zo ongeveer heel Ten Cate gezien; van de weverij tot het onderdelenmagazijn.” Na deze interne opleiding kwam Erwin bij Nicolon terecht, onderdeel van Ten Cate en één van de eerste bedrijven die technisch textiel produceerde voor de weg- en waterbouw. “Een deel van de bedrijfsactiviteiten vond toen nog plaats in Vriezenveen. Later werden alle bedrijfsactiviteiten verplaatst naar Almelo.”
In Almelo kwam Nicolon in en nieuwe hal terecht die volledig geconditioneerd was. “Erg luxe voor die tijd. Alleen werd na een halfjaar besloten de airco uit te zetten. Het technisch textiel nam namelijk geen water op en de machines raakten rood verroest.”
Werken met een natuurproduct
Spijt van zijn keuze om bij Ten Cate te gaan werken, kreeg Erwin nooit. “Het mooiste is dat je werkt met een natuurproduct en daar van alles van kunt maken.” Erwin vervulde bijna iedere 5 jaar een andere functie binnen Ten Cate. Hij is nu al 14 jaar productieleider en dat bevalt hem heel goed. “Er zijn volop kansen binnen het bedrijf, maar die moet je wel zelf pakken. Ik ben in opdracht van Ten Cate in Amerika, China en Maleisië geweest. Dat waren mooie hoogtepunten. Ik weet nog dat we naar Hongkong vlogen en vanuit de lucht een doek zagen dat Ten Cate had geproduceerd. Dat vergeet je nooit meer.”
De derde generatie Rolefes in Indië
Drie van de vier zonen van Erwin deden vakantiewerk bij Ten Cate. Geen van hen bleef echter bij het bedrijf hangen. Het leek er even op dat de familieband met Ten Cate hier zou stoppen. Toen kwamen Steven en Lotte met de mededeling dat ze een woning wilden kopen in Indië. “We komen in het Hart van Indië te wonen. Eigenlijk hadden we nog best twee jaar thuis kunnen wonen, maar de woningen met de sheddaken en de omgeving spraken ons erg aan. Toen we wisten dat we de financiering rond konden krijgen, hebben we doorgepakt.”
De eerste herinnering van Steven aan Ten Cate? “Dat was toen ik een jaar of 4 oud was. Ik mocht een keer met mijn vader mee de weverij in. Ik kreeg oorkleppen op want het lawaai was oorverdovend. Maar ik vond het prachtig. Dat bezoekje heeft heel veel indruk op me gemaakt.”
Op de koffie bij Rolefes in Indië
Dat zijn opa en vader beide op het terrein hebben gewerkt waar Steven komt te wonen maakt het voor hem extra bijzonder. En opa Gerhard, die is helemaal blij. Hij woont nog altijd in een ‘Ten Cate-huis’, direct naast Indië. “Ik kan straks lopend of op de fiets naar mijn kleinzoon toe. Machtig mooi toch?”
Geschreven door: Age Smit, Projectontwikkelaar
Vastgoedontwikkeling en Gemeenteraadsverkiezingen
De gemeenteraadsverkiezingen staan voor de deur. Wat betekent dit voor vastgoedontwikkelaars?
Vastgoed ontwikkelen is een dynamisch, veelzijdig en daarom erg leuk vak. Ik doe het al bijna twintig jaar met veel plezier. De omstandigheden veranderen voortdurend en dat vraagt om flexibiliteit en creativiteit. Op dit moment lijken alle seinen voor ontwikkelaars op groen te staan. Iedereen rekent op succes. Op alle fronten. Ook de grondeigenaren die hun grond willen ontwikkelen. De verwachte opbrengsten voor de grond kunnen niet hoog genoeg zijn dus redeneren de grondeigenaren: hoe meer woningen hoe beter. Maar zo werkt dat niet.
Tussen regels en rendement
We hebben onze ruimtelijke ordening in Nederland onderworpen aan democratische processen. Logisch. En goed zo. Want we wonen, werken en recreëren samen op een heel klein stukje aarde waar we zuinig op zijn. Een stukje grond zomaar “volknallen” is er dus niet bij. De ontwikkelaar van nu houdt rekening met het landelijke en lokale overheidsbeleid, met een heel arsenaal aan regels, en kent ook de markt. Een gespierde uitdaging. Maar geen nood: de goede ontwikkelaar kent de weg en is niet bang om nieuwe wegen te verkennen. Zo ontstaan projecten die én de regels en het beleid omarmen én het optimale rendement geven. Het is de kunst om deze balans te vinden in samenspraak met de grondeigenaar. Dat levert soms spanning op, maar het is mijn ervaring dat je er met wederzijds vertrouwen vrijwel altijd uit komt.
Met de gemeenteraadsverkiezingen in zicht verschuift bij bestuurders en raadsleden de aandacht voor de balans tussen ruimte en rendement soms wat naar de achtergrond. Zo heb ik ooit meegemaakt dat in een lopend project een gemeente plotseling vroeg om sociale woningen in het plan in te passen. Op zich geen probleem, hiervoor hebben we bij Ter Steege uitstekende producten in huis, maar zo’n vraag neem je het liefst mee in de eerste haalbaarheidsonderzoek van het plan.
Verkiezingen kunnen vertragen
Door verkiezingen kunnen projecten ook behoorlijke vertragingen oplopen. Een gemeenteraad of college neemt – heel begrijpelijk – liever geen besluit over een project wanneer dit stemmenverlies kan opleveren. En we weten allemaal: bouwprojecten in de “achtertuin” van kiezers zijn doorgaans niet het meest populair. Het gevolg is soms dat projecten al in november vertraging beginnen op te lopen. Nadat de verkiezingen op 21 maart achter de rug zijn, volgt de installatie op 29 maart. Voordat de nieuw gekozen bestuurders zijn ingelezen in nieuwe projecten duurt het vaak nog tot eind mei tot ze hiermee aan de slag kunnen. De ervaring leert dat het ambtenarenapparaat dan begint aan de zomervakantie. Het liefst zo gespreid mogelijk. Projecten die niet de hoogste gemeentelijke prioriteit hebben zijn dan, met een beetje geluk, in september weer aan de beurt.
Op grond van vertrouwen
Om mijn verhaal rond te maken ga ik terug naar het begin: naar de grondeigenaren. Want zij voelen de ‘pijn’ van vertraging door de verkiezingen het meest. Wat is namelijk de praktijk? De projecten die niet op gemeentegrond worden gebouwd, maar op grond van particuliere eigenaren, hebben vaak een lagere prioriteit en komen daardoor minder snel aan de beurt. Intussen heb je er als ontwikkelaar wel mee te maken dat de geïndexeerde bouwkosten tijdens de wachtperiode stijgen. En dat je dus minder voor de grond kunt betalen dan de grondeigenaar had verwacht of gehoopt. Ik heb het geluk dat ik bij een onderneming werk met een betrouwbare reputatie. Dat helpt je merkbaar in dit soort onderhandelingen. Want je wilt er graag altijd samen goed uit komen. Verkiezingen of geen verkiezingen.
Kortom: uitdagingen genoeg als ontwikkelaar en daarom juist zo’n leuk vak!
Meer weten?
Deze blog is geschreven door Age Smit, Vastgoedontwikkelaar bij Ter Steege Bouw Vastgoed Apeldoorn. Wil je meer weten over zijn blog? Stuur hem een mail, of reageer onder zijn blog op LinkedIn!
Deze website gebruikt functionele en analytische cookies om u een optimale bezoekerservaring te bieden.
Cookies accepteren
U kunt hier klikken voor meer informatie