Circulair bouwen is ‘hot’. Dat komt natuurlijk omdat ook het klimaat steeds ‘hotter’ wordt. Maar het risico van een trend die gehypet wordt, is dat we er alleen maar hard achteraan hollen. En dat we daarbij voorbijgaan aan praktische feiten die ons ideaalbeeld kunnen vertroebelen. Want wat is dat ook alweer, circulair bouwen? Wat doen we eraan? Zelf vul ik dat het liefst in met de volgorde:
- gebruik hernieuwbare grondstoffen
- gebruik herbruikbare producten
- gebruik producten die als afval recyclebaar zijn
In het Engels klinkt dat kort en krachtig als de drieslag “renewable, re-usable, recyclable”.
Hoe werkt het in de praktijk? Overheid, regelgevers, opdrachtgevers en bouwers roepen in koor dat circulair bouwen móet. En wat is het kenmerk van een koor? Dat de toonaarden van alle koorleden harmonieus in elkaar grijpen. Waardoor het werkstuk (lees: de opgave) met vereende krachten perfect wordt uitgevoerd. En dat is nou net waar het met circulair bouwen nog wel beter kan. We roepen wel allemaal dat we er ‘zwaar’ op inzetten, maar met wat minder tunnelvisie en wat meer flexibiliteit is daar zeker nog meer uit te halen.
Verleden en toekomst botsen
Kijk bijvoorbeeld eens naar het circulaire aspect ‘herbruikbaarheid’ en naar onze regelgeving. Welke invloed heeft de veranderende regelgeving op de mogelijkheden voor hergebruik? Circulaire oplossingen en regelgeving botsen nogal eens. Een bekend voorbeeld: bestaande producten die op zich nog goed zijn, mogen niet hergebruikt worden omdat ze bijvoorbeeld geen CE-keurmerk hebben. Of omdat de regelgeving over bijvoorbeeld de maatvoering inmiddels is gewijzigd. Concreet: een sloopproject. De voordeuren zijn nog in prima staat. Na een beetje bijwerken of schilderen kun je ze zó hergebruiken in een nieuw te bouwen (circulair) project. Maar nee, helaas. De deuren zijn 2,10 meter hoog. En het huidige Bouwbesluit schrijft voor nieuwbouw een opening van 2,30 meter voor… De regelgevers en de circulaire bouwer lijken dus niet door één deur te kunnen.
Wat meer flexibiliteit s.v.p.
Het zou schelen als we wat flexibeler konden omgaan met de regelgeving in het kader van circulair bouwen. Samen nadenken over vaker passende oplossingen. Dat zijn zaken die besproken moeten worden. Met een beetje goede wil komen we daar wel uit. Maar we weten ook: een aanpassing van regelgeving kent in Nederland over het algemeen een lang traject. Om die procedure kunnen we natuurlijk niet heen, maar we hoeven er naar mijn idee niet op te wachten.
Wees creatief
Wij proberen ook anders in te steken. Als je producten niet meteen kunt hergebruiken in projecten, waarom dan niet via particulieren? We voeren nogal wat renovaties uit voor woningcorporaties. Daarbij komen regelmatig materialen en componenten vrij. Onlangs nog moesten goede, degelijke hardhouten voordeuren vervangen worden door nieuwe onderhoudsarme kunststof exemplaren. Door die vrijkomende deuren niet als afval te beschouwen, maar ze aan te bieden aan particulieren, kunnen ze een nieuw leven krijgen en nog jarenlang meegaan. En kunnen we helpen de productie van nieuwe deuren (energie, grondstoffen) iets in te tomen.
‘Van een druppel naar een hoosbui!’
Natuurlijk; een druppel op een gloeiende plaat. Maar als er genoeg druppels vallen, koelt de plaat wel af. Volgens mij moeten we naar een situatie waarbij iedereen zo’n druppel bijdraagt. Dan krijgen we vanzelf een behoorlijke regenbui. En als dan ondertussen het proces van faciliterende regelgeving wordt voortgezet, kunnen we onze ‘hotte’ planeet wellicht een beetje ‘cooler’ maken.
Samenwerking is daarbij cruciaal. Opdrachtgevers, bouwers en regelgevers: ze zijn hier allemaal voor nodig. Wie doet er mee?