In 2009 werd het Magazijn, een appartementencomplex met 16 woningen, opgeleverd aan Woningstichting Ons Huis. Wieger Roffel is bewoner vanaf het eerste uur. Hoe vindt hij het om te wonen op de Bleekerij en in het Magazijn?
Meneer Roffel, 70 jaar, woont samen met zijn vriendin in een appartement in het Magazijn. Hij is een maatschappelijk betrokken man. Actief in de politiek en voorzitter van de Stichting Huurdersbelang Ons Huis. 10 jaar geleden was hij aan het werk in Boekelo en fietste hij dagelijks langs de bouwwerkzaamheden op de Bleekerij. Hij vertelt: “Ik zag een bord staan met “Appartementen te huur”. Puur toeval eigenlijk. Ik heb toen gereageerd en had het laatste appartement te pakken.”
De stoomblekerij in Boekelo
Op de Bleekerij in Boekelo is gebouwd op het voormalig terrein van de stoomblekerij. Het Magazijn was onderdeel van de stoomblekerij en is getransformeerd naar een appartementencomplex.
“De geschiedenis vind je hier nog overal terug. En de nieuwbouw past mooi bij het industrieel erfgoed. Je kunt ook zien dat het groen, de wegen en de woningen met zorg zijn aangelegd en gebouwd. Dat maakt de wijk een mooie plek om te wonen.”
Het Magazijn
In het Magazijn werden vroeger de grondstoffen opgeslagen en bewaard. Bij de transformatie van het gebouw is de gevel compleet intact gebleven. Alles achter de gevel is opnieuw gebouwd. Dit bood de mogelijkheid om mooie ruime appartementen te bouwen. Meneer Roffel woont hier fijn: “In eerste instantie sprak het me aan dat het zo dicht bij mijn werk was. En het zijn hele royale appartementen. In overleg met Ons Huis mochten we zelf de tegels voor de badkamer en de keuken kiezen. Misschien logisch, maar wel heel prettig. En verder hebben we een mooi balkon, eigen parkeerplaats en groen om het Magazijn heen. Ik zie mezelf hier wel oud worden.”
Op de Bleekerij is een echte wijk geworden. “De wijk is af. In principe hoef ik Op de Bleekerij niet meer uit. Er is een Medisch Centrum, Fysio en de supermarkt zit om de hoek. Voor de kinderen in de buurt zijn de scholen dichtbij. Voldoende voorzieningen dus!” eindigt meneer Roffel zijn verhaal.